De meest gebruikte maatregelen die gebruikt worden tegen pesten in de basisschool zijn volgens Roede & Felix (2009):

• Sommige scholen hanteren een pestprotocol. In zo’n pestprotocol staat welke maatregelen een school neemt om pesten te voorkomen (preventie) en pesten aan te pakken. (Ouders van waarde, 2013, p. 1)
• Binnen de school kan men een pesttest afnemen bij de leerlingen. Via dit hulpmiddel kan een school het pestgedrag van leerlingen in kaart brengen en zo het antipestbestbeleid daarop aanpassen. (Stop pesten nu, 2016)
• Meestal wordt er na een pestincident gekozen voor een kringgesprek. Men probeert het probleem op te lossen door er in groep over te praten.
• Men kan binnen de school een vertrouwenspersoon aanstellen. In de meeste gevallen is dat de zorgleerkracht.
• Er kan een speciale methode gebruikt worden, bijvoorbeeld: de No Blame-aanpak.
• Wanneer leerkrachten pesten signaleren, geven ze dit meestal onmiddellijk door aan de directie en/of de zorgleerkracht. In bepaalde omstandigheden zullen ook de ouders ingelicht worden.
• Indien het pesten zich in een vergevorderd stadium bevindt, kunnen scholen kiezen voor een bovenschoolsoverleg (bijvoorbeeld: CLB).